7 aandachtspunten voor de juiste basishouding op de MTB

De 7 punten lijken heel simpel, maar we zien nog veel rijders die niet alle punten goed uitvoeren. Op onze MTB-reizen zien we nog te vaak mountainbikers die bijvoorbeeld teveel blijven zitten, te ver achterop zitten of met 1 been naar beneden afdalen. Vooral het laatst genoemde is een ‘no-go’ voor als je veilig wilt afdalen. Het is dus belangrijk om alle punten er echt in te slijpen, zodat het een automatisme wordt en je vanuit jezelf de basishouding gaat innemen.

1: Kom uit het zadel en ga op de pedalen staan

Belangrijk is dat je niet met één been naar beneden fietst, maar dat de pedalen op gelijke hoogte staan.

2: Benen strekken (niet op slot)

Strek je benen, maar overstrek ze niet. Je hakken richt je licht naar beneden.

Bij obstakels buig je je knieën om zo extra veerweg te creëren om de 'klappen' op te vangen.

3: Heupen zoveel mogelijk boven je zadel

Zorg dat je kont niet te ver achter het zadel zit.

4: Ellebogen licht gebogen en hellen naar buiten

Dit is belangrijk omdat je armen en knieën kunnen veren bij obstakels. Samen heb je zo’n 30 cm extra veerweg. Hiermee vangt je lichaam al veel klappen op.

Dropper
Je snapt wel dat een dropper-zadelpen zorgt voor veel meer bewegingsvrijheid met de benen. Je kunt veel meer door de knieën veren om klappen op te vangen wanneer het zadel lager staat. Zeker in de Alpen is dit ideaal en eigenlijk kun je bij steile passages niet zonder. Daarom zie je zelfs bij crosscountry wedstrijden steeds meer toppers het extra gewicht voor lief nemen en ook met een dropper rijden.

5: Schouders boven je stuur

Je lichaamszwaartepunt moet in het midden van de fiets blijven. Je schouders probeer je boven het stuur te houden afhankelijk van de steilheid van het parcours. Hoe steiler de afdaling hoe verder de schouders naar achteren gaan. 

6: Gewicht op de pedalen

Zorg dat je gewicht op de pedalen rust en niet op je stuur.

7: Kijk naar voren

Kijk tussen de 5 en 10 meter vooruit en scan de ondergrond. Bepaal van te voren al welke lijn je gaat rijden. Dan kun je goed anticiperen op lastige passages en word je niet verrast doordat je niet ver genoeg voor je kijkt.

Zo oefen je thuis de basishouding

Oefen de basishouding in de straat door de stoep op en af te rijden. Probeer ook hogere afstapjes of trappetjes te vinden waar je dit goed kan oefenen. Probeer bij trappetjes goed de balans te vinden op je fiets, niet te veel naar voren en ook niet te veel naar achteren leunen. Bij een steile trap gaat het lichaam wel iets naar achteren, maar zover als nodig. Zo houd je toch nog voldoende druk op het voorwiel om deze niet weg te laten glijden.

Heb je hulp nodig bij het oefenen? Doe mee met een MTB clinic. Geef bij de opmerking aan dat je graag de basishouding wilt oefenen en dan gaan we samen opzoek naar een geschikte datum en locatie.

Wanneer gebruik je de basishouding?

In Nederland worden de routes ook steeds meer aangepast. Dat betekent meer kombochten, trailtjes, passages waar je snel moet sturen, sprongetjes en rollers. Deze passages kun je niet meer trappend nemen maar moet je in de basishouding nemen. Zo kun je ze veel sneller nemen en met meer controle.
Voor zo’n sectie maak je snelheid, zittend of staand op de pedalen, om vervolgens in de basishouding de sectie vloeiend te nemen. Waarschijnlijk ben je zo zelfs sneller dan wanneer je deze trappend op de pedalen zou nemen. Als je toch snelheid moet maken tussen 2 bochten die kort achter elkaar liggen dan doe je dat staand zodat je meteen weer in de goede positie bent voor de volgende bocht.

Op vaste parcoursen die je na verschillende rondes goed kent weet je op een gegeven moment precies waar je gas moet geven en waar je sommige passages beter in de basishouding kunt nemen. Hierdoor word je steeds beter en vaardiger.

Meer weten over Mountainbiken?

Ontvang maandelijks MTB tips, tricks en nieuws in je mailbox

Of is misschien een clinic in Nederland of een cursus in de bergen iets voor jou?

Bekijk de MTB clinics Bekijk de MTB cursussen

Machiel Ittmann